vrijdag 20 juli 2012

Vervanger

Bij ons thuis komt elke dag uiteraard een overvloed aan groente op tafel. En soms, ja, ik zeg het maar eerlijk, ligt daar ook wel eens een stuk dood dier naast. Zo’n lap spierweefsel dat ze van een dood gemaakte koe hebben afgesneden. Of van een afgeslacht varken. Of, godbetert, van vijftig vermalen kuikentjes. Of, helemaal akelig, van zo’n lief wollig lammetje dat ze de puberteit niet gegund hebben.
Ik verontschuldig me er voor, want ik moet op mijn woorden letten. Ik ben namelijk nog maar de enige af- en-toe-vleeseter bij ons thuis. Zoon Job bakt sinds een tijdje elke dag fluitend in zijn eigen huisje zijn eigen kipfiletje of paardenbiefstukje of varkenskarbonaadje. En ik zit nu aan te kijken tegen vrouw en dochters die elke dag aan de vleesvervanger zitten. Maar dat mag ik eigenlijk ook al niet zeggen. Want hoezo vleesvervanger? We noemen sperzieboontjes toch ook geen patatvervanger? En Spa rood heet ook geen biervervanger.
Het klinkt nu alsof ik er als een geslagen hond bij zit. Maar zo is het ook niet. Want wij eten heerlijk. Dat komt natuurlijk in de eerste plaats door al die topverse groente die we gebruiken. Maar ook omdat die … ehh… vleesvervangers van tegenwoordig zo lekker zijn. De Griekse spinazie-kaas rondo. Heerlijk. De Toscaanse carré. Een genót. Valess Provencale. Za-lug.
Goeie namen ook. En ook dát trekt mij over de streep.  Wel even wat anders dan wat ik lees in een persbericht van LNV. Minister Gerda Verburg trekt een half miljoen uit voor onderzoek naar vleesvervangers, kondigde ze aan op de Horecava. In het bijbehorende bericht op minlnv.nl is sprake van het bedrijf Meatless uit Goes dat vleesvervangende vezels maakt. Je zult jezelf toch maar Vleesloos noemen. En dan was er MC Bugs. Dat haalt eiwit uit insecten. Driedubbel fout. Een foute verwijzing naar de fastfoodketen met de M, een foute scheldnaam voor het arme insect en de ultieme fout: een vleesvervanger gemaakt van dieren. Ik zeg: geef ons dat half miljoen dan maken wij er nóg lekkerdere groenteschijven van.

Rik Prikkel
3/2010

Geen opmerkingen:

Een reactie posten