Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wijdde vorige week in het kader van de komkommertijd een persbericht aan het feit dat het Landbouwschap wordt opgeheven. Jongere lezers zouden nu kunnen denken dat het misschien een goed idee is om uit te leggen wat dat Landbouwschap dan wel was en deed en waarom het dan wel moet worden opgeheven. Maar die moeten maar van mij geloven dat dat geen goed idee is. Mensen met veel meer verstand dan ik slaagden er al niet in uit te leggen wat het Landbouwschap was en deed toen het nog bestond.
Even dacht ik dat het misschien wel een goed idee zou zijn om iemand te laten uitleggen waarom het meer dan vijf jaar moet duren om een overlegorgaan op te heffen, terwijl de betreffende overlegpartijen, die het op dat moment over niets meer eens konden worden, het nou juist over dat opheffen nog net wel eens konden worden.
Maar denkend aan mogelijke redenen en argumenten voor dit huiveringwekkend gebrek aan vaart, verloor die gedachte heel snel heel veel van zijn aantrekkelijkheid. U hebt nooit willen weten wat het Landbouwschap deed, ík wil absoluut niet weten welke ambtelijke molenstenen er nou zo nodig eerst per se om de nek van dit kennelijk volslagen nutteloze (want wie merkt er nu nog dat het er niet meer is?) orgaan moesten worden gebonden alvorens in een waterpartij van voldoende omvang en diepte te worden geduwd om er nu dan ook echt nooit meer wat van te hoeven vernemen.
Wat zullen we volgende week eens gaan opheffen?
Rik Prikkel 29/2000
Geen opmerkingen:
Een reactie posten