maandag 27 augustus 2012

Het is wat het is.


Dit hoor ik buurman André al een paar maanden bij voortduring uitkramen. Het is een vreemd soort verzuchting, die hij zelf heel vaak toepasselijk schijnt te vinden.
Nou ja, het is wat het is.
André spreekt het uit met een mengeling van grimmigheid en berusting. Eigenlijk wil hij strijdbaar zijn, maar ach, het is ook maar wat het is. Wát het dan eigenlijk precies is en of er niet iets aan veranderd zou moeten worden om het misschien wat beter te maken, dat blijft in het luchtledige hangen. Een gevaarlijke instelling voor een tuinder. Wij moeten het toch juist hebben van onze onstuitbare drang om de omstandigheden naar onze hand te willen zetten. Zeker zij onder ons die hun groenten telen in een kas. Hoezo regen, hoezo kou, hoezo hitte, hoezo geen zon? Wij stoken, wij belichten, wij luchten, wij schermen. Bezigheden waar André overigens niet al te fanatiek in is. Ik vond en vind die uitspraak van hem dus wel typisch André.
Maar nu hoorde ik het laatst iemand op de radio ook zeggen dat het ís wat het is. En ik weet vrij zeker dat dat geen familielid of goede kennis van André was. Kennelijk grijpt het fatalisme in Nederland om zich heen. Komt misschien door het nieuwe kabinet Rutte-Verhagen (waarvan ik nu maar vast uitga dat het de afgelopen dagen niet alsnog door opstandige CDA’ers is pootje gehaakt). We trekken onze handen er van af en we zetten ons schouderophalend schrap tegen het onheil dat komen gaat: bezuinigingen, toestanden in de Kamer, misschien geen eigen minister meer, internationaal onbegrip (gedóógsteun?) en wie weet wat nog meer.
Nee, mensen, blijf fel, blijf gefocust. Want het is dan nu wel wat het is. Maar hoe het morgen zijn zal, dat hebben we zelf in handen. Dus die kunnen we maar beter goed en gericht laten wapperen.
Rik Prikkel
40/2010

Clown

Ik had dinsdag niet mijn dag. Ik was met mijn kantenmaaier bezig met het fatsoeneren van mijn slootkant. Ik ging als een woesteling door het meer dan kniehoge gras en ineens: knal. O ja, dáár had ik die oude kasvoet tijdelijk even weggelegd. Maaimes aan gort. En door de klap mijn oude schouderblessure weer helemaal terug.
Toch maar meteen op het fietsje naar de Bestkoop voor een nieuw mes, want straks komt het waterschap zeuren over niet goed bijgehouden watergangen.
Ik zwoegde mopperend tegen een onverwacht pittige tegenwind in en kwam langs de nieuwe basisschool. Die werd op dat moment net feestelijk werd geopend. Alle kinderen stonden op het schoolplein opgesteld en van ver was al te horen dat er een entertainer was ingehuurd, die zijn stem met een flinke versterker door de ochtendlucht liet schallen. Het bleek een clown te zijn.
En ik dacht: ik ken die clown.
Tegelijkertijd zette de clown een bekend liedje in: “Ik ben Tony…” en de kinderen antwoordden met van die blij gillende kinderstemmetjes “Cal-zo-ni!” U komt dat misschien niet bekend voor, maar meer dan dertig jaar geleden zong ik dat ook al mee. Met diezelfde clown. En kijk, daar stond zijn busje, nóg roestiger dan het toen al was. ‘Tony Calzoni, pret voor kinderen van 0 tot 100’. Zelf moest ie toch al een heel eind in de richting van de ambitieuze bovengrens van zijn eigen doelgroep zijn gevorderd. Maar kennelijk toch nog niet genoeg geld bij elkaar geschnabbeld voor een welverdiend vervroegd pensioen.
Mijn pedaaltred werd weer wat lichter: weer een beroepsgroep die het zwaarder heeft dan de tuinder.

Rik Prikkel
8-11-2005