woensdag 25 juli 2012

China

Moeten we niet wat met China gaan doen?
Die vraag hing vorige week vrijdag bij het ontwaken als een griezelige mistflard in mijn achterhoofd.
Misschien dat u dat een paar jaar geleden al had, hoor. Want terwijl ik over China lag na te denken, drong pas goed tot me door hoe laat dit besef bij mij is ingezonken.
China is al jaren aan een genadeloze opmars bezig. De Chinezen konden tot voor kort eigenlijk alleen maar goed pingpongen. Toen begonnen ze zich massaal bezig te houden met het fabriceren van goedkoop speelgoed. Ze kunnen inmiddels ook hartstikke goed turnen, schaatsen, hordenlopen en gaan op de volgende Olympische Spelen in eigen land niet tevreden zijn met minder dan 100 van de 300 beschikbare gouden medailles. Alleen veilige auto’s maken hebben ze nog niet zo onder de knie, maar dat zal ook niet lang meer duren.
China is bovendien al sinds jaar en dag de grootste producerende natie voor elke groente- en fruitsoort die je maar kunt bedenken. Gelukkig aten tot op heden de Chinezen die productie zelf in zijn geheel op. Maar dat gaat niet lang meer duren. Binnen nu en een paar jaar (en misschien zijn dit veel te voorzichtige schattingen) wordt Nederland als tuinbouwexporterende natie overvleugeld door China.
Dus daar moeten we wat mee.
Ik heb het in mijn excursieclubje neergelegd en ze waren het allemaal met me eens. De brainstormsessie na de excursie in de kantine verliep nog wat stroef. We kwam en niet verder dan een etentje in wokrestaurant De Grote Muur. Wat wel weer erg gezellig was.
Rik Prikkel
49/2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten