dinsdag 17 juli 2012

Verval


Ik reed laatst op de fiets door de stad. Moest op een ministerie zijn, dus ik waagde het erop. Na twee rode stoplichten, waar ik in mijn eentje voor ging staan wachten terwijl fietsende scholieren, house-scooters, moeders met kinderen voor- en soms ook achterop en snelle ambtenaren op sportfietsen mij aan alle kanten voorbij reden, besloot ik mij aan deze tijdbesparende stadse gewoonte aan te passen. Dat schoot lekker op en ik voelde me reuze stoer.
Totdat ik stuitte op die ene man. Grijzend haar netjes gewassen en gekamd, C&A-jack, grijze pantalon met vouw, rijwiel met terugtraprem, blikje met meeneembrood onder de snelbinders. Bij een kruising van niks, waar je met je ogen dicht door rood kon rijden, wat iedereen dan ook deed. Maar niet hij. Als een rots in de branding stond hij, een voet aan de grond, een op de trapper. Aan de stand van zijn schouders kon je al aflezen dat deze man in stilte leed onder het hem omringende met moreel verval.
Heel even overwoog ik in de remmen te knijpen en naast deze laatste der Mohikanen op het groene licht te gaan staan wachten. Om te demonstreren dat ook onder de generaties ná hem nog mensen zijn die ergens een streep trekken. Maar ja, dan kun je wel aan de gang blijven. Zo schijnen er ook nog telers te zijn die alleen maar toegestane middelen gebruiken in de toegestane toepassingen. Daar moet je dan zeker ook aan gaan meedoen.
Rik Prikkel 39/1999

Geen opmerkingen:

Een reactie posten