woensdag 25 juli 2012

Competitie

Er gaat een spruitenteler naar het EK ploegen. Een Oostenrijker heeft het wereldrecord kersenpitspugen. In België hebben ze een wielerwedstrijd voor boeren en tuinders. En je kunt je inschrijven voor als je de grootste winterpeen denkt te hebben. Waar komt al die agrarische competitiedrang toch vandaan?
Ik heb dat nou helemaal niet. Komt misschien omdat ik in de jaren 60 op de kleuterschool zat. En daar kreeg je niet geleerd dat je nou zo nodig moest winnen. Eén keer deden we er een wedstrijd. Het was de laatste schooldag. We werden in teams verdeeld. Het klaslokaal werd vrijgemaakt om een soort banen te vormen. De leden van de teams moesten vervolgens zo snel mogelijk om de beurt heen en weer rennen met stukjes hout. Wie het eerst alle stukjes hout van de ene naar de andere kant van de klas had getransporteerd, die had gewonnen.
Op het ‘klaar voor de start? af!’ brak een waar pandemonium los. We stoven door dat klaslokaaltje als waren wij bezeten. Vooral door mijn enorme snelheid waren we al klaar terwijl iedereen nog aan het rennen was. En toen sloeg de twijfel toe en ik ben ik toen toch maar nog een keer heen en weer gespurt. Of er in de chaos van zo’n wild door de ruimte sprintende, met houtjes goochelende en zo hard mogelijk krijsende kleuters überhaupt is geprobeerd een officiële winnaar uit te roepen, dat staat mij niet meer bij. Maar uiteindelijk kregen we allemaal een prijs. Ik kwam thuis met een échte sheriff-ster.
En met de Olympische gedachte zo diep geworteld, dan hoef je echt zo nodig niet de grootste radijzen te hebben.
Rik Prikkel
34/2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten